afbeelding labrador in menu rechts

Rangorde

Honden zijn roedeldieren. Binnen een hondenroedel heerst er een rangorde. U weet misschien wel dat uw hond onderaan de rangorde moet staan om probleemgedrag te voorkomen. Maar hoe maakt u uw hond zijn positie in de rangorde duidelijk?

De hond met de meeste privileges is de roedelleider. Deze mag dus als eerste eten en paren. Ondergeschikte honden zullen proberen hoger in de rangorde te komen om zo meer privileges te bezitten. Hoe meer privileges de hond bezit, hoe groter het aandeel van zijn genen in de volgende generatie zal zijn. Iedere hond zal dus streven naar een zo hoog mogelijke positie in de roedel. De roedelleider beschermt zijn privileges om leider te kunnen blijven.

Veel gedragsproblemen ontstaan door een verkeerde verhouding tussen de baas en de hond. Om gedragsproblemen te voorkomen moet uw hond lager op de rangordeladder staan dan uzelf, uw partner en eventuele kinderen of huisgenoten. Er is een aantal regels waarmee u uw hond duidelijk kunt maken wat zijn positie in de rangorde is.

  • De roedelleider eet altijd als eerste. Maak het voedsel van uw hond klaar in zijn bijzijn. Ga vervolgens zelf eten en geef de hond pas zijn hondenvoeding wanneer u klaar bent met eten. Ben hier consequent in vanaf het moment dat de hond als puppy bij u in huis komt.
    Voer uw hond ook nooit wanneer u aan tafel zit. Anders zal uw hond voortaan gaan schooien wanneer u rustig aan tafel wilt eten. Bovendien denkt de hond dat hij hoog in de roedel staat als hij tegelijk met u mag eten.
  • Elk spelletje wordt door u gestart, gewonnen en beëindigd. Als u bijvoorbeeld een trekspelletje doet met een flostouw, neemt u deze aan het eind van het spel mee en legt deze buiten het bereik van uw hond neer.
  • Laat de hond niet als eerste door de deuropening of andere nauwe doorgangen gaan.
  • Op straat bepaalt u welke route wordt gelopen. De roedelleider leidt de roedel en bepaald waar de roedel heen gaat. Heeft de hond al bepaald waar u heen moet lopen, neem dan bewust een andere afslag.
  • Ga niet naar de hond toe, maar laat hem naar u toekomen.
  • U bepaalt wanneer de hond aandacht krijgt. Geef de hond niet altijd aandacht wanneer hij erom vraagt. Roep de hond ook eens naar u toe wanneer hij rustig op zijn plaats ligt en geef hem nu aandacht. U heeft als ranghogere het recht om de hond te negeren of aandacht te geven wanneer u dat wilt.
  • Laat de hond niet op uw bed of op de bank liggen. Als ranghogere heeft u beschikking over de beste plaatsen.
  • De hond gaat altijd voor de baas opzij. De laagste in de rangorde moet plaatsmaken voor de ranghoogste.
  • De hond volgt commando’s van de baas altijd op. Speel hier slim op in door het commando niet te geven, als u weet dat de hond deze toch niet zal gehoorzamen. Als de hond bijvoorbeeld aan het spelen is met anderen honden en u weet dat hij toch niet komt als u hem nu roept, roep hem dan niet maar ga hem halen. Oefen het hierkomen vervolgens in een rustige situatie waar hij niet wordt afgeleid door andere honden. Zodra hij het hierkomen echt onder de knie heeft, gebruikt u dit commando pas in deze moeilijke situatie.
Kind zit naast een hond

Laat uw hond nooit alleen met kleine kinderen.

Kinderen tot een jaar of 12 hebben een afhankelijke rang. Alleen wanneer de ouders aanwezig zijn, zal de hond het kind als zijn ranghogere beschouwen. In de afwezigheid van de ouders is het kind dus ranglaagste in de ogen van uw hond. Laat uw hond daarom nooit alleen achter met kleine kinderen.

Als u meerdere honden in huis heeft, zullen deze onderling bepalen wie ranghoogste is. Dit proces kan gepaard gaan met aftasten, rangordespelen en kleine schermutselingen. Schrik hier niet van en geef uw honden de mogelijkheid onderling uit te maken wie het hoogst in de rangorde staat. Grijp alleen in als er een gevecht ontstaat dat uit de hand dreigt te lopen. Doe dit echter niet te snel, want u houdt dan een rangordestrijd in stand.
Wanneer er geen duidelijke rangorde heerst, weten de honden niet waar ze aan toe zijn en verkeren daardoor in continue stress. Rangorde geeft duidelijkheid, en daar hebben alle honden in de roedel behoefte aan. Is er tussen uw honden onderling een rangorde uitgemaakt, bevestig dan de ranghoogste van de honden door deze eerder eten te geven dan de ranglagere hond.

De hond die het langst in huis is staat niet automatisch het hoogst in de rangorde. Ook de leeftijd, het formaat of het geslacht van de hond is niet bepalend voor de rangordeverdeling. Het karakter van de hond speelt echter een grote rol in de rangordepositie die de hond opeist. Een dominante of zelfverzekerde hond heeft sterk de neiging om zo hoog mogelijk in rang te komen. Een onderdanige hond neemt al snel genoegen met een lagere positie in de rangorde. De rangorde kan na verloop van tijd ook veranderen. Rangorde is dus een dynamisch proces.

Puppies bekleden in eerste instantie de laagste positie binnen de roedel. In de primaire socialisatiefase zijn de pups al heel druk bezig met dominantieverhoudingen onderling en ze zijn zich aan het bekwamen in allerlei verschillende soorten handelingen die ze later nog wel eens nodig zouden kunnen hebben. Voorbeelden hiervan zijn: uitdagen, verdedigen, vluchten, aanvallen, overheersen, onderwerpen, en soms zelfs voortplanten. Dit gebeurt allemaal instinctmatig en het is een aandoenlijk gezicht als je een klein pupje van nog geen zeven weken zijn even oude zusje ziet bestijgen zonder dat ze weten wat ze nu eigenlijk aan het doen zijn. De moederhond steelt hierin een belangrijke rol. Zij heeft de grenzen bepaald tot waar de pups mogen gaan. Wanneer de puppy in de pubertijd komt zal hij zijn rangordepositie opnieuw willen bepalen. Over het algemeen begint een hond te puberen vanaf 6 tot 18 maanden leeftijd. Dit is echter onder andere afhankelijk van het ras.Vanaf de pubertijd begint de hond pogingen te ondermenen om hoger in rang te komen.

Door een castratie of sterilisatie kan het karakter van een hond veranderen. Dit kan ertoe leiden dat een hond na castratie of sterilisatie opnieuw zijn plaats binnen de rangorde moet bepalen.

Samengevat:

Honden zijn roedeldieren. Binnen een hondenroedel heerst er een rangorde. Om gedragsproblemen te voorkomen moet uw hond lager op de rangordeladder staan dan de andere huisgenoten. Dit bereikt u onder andere door de hond als laatste eten te geven, zelf ieder spelletje te winnen, zelf de route van de wandeling te bepalen, zelf te bepalen wanneer de hond aandacht krijgt en de hond niet op de bank of uw bed te laten liggen.